De hond van Morris’ oma heet niet toevallig Houdini. Het dier is een meester in ontsnappen. Morris moet de berg bij oma’s huis op om de hond te zoeken. Maar net als hij met de hond in zijn armen aan de tocht naar huis begint, valt de sneeuw met bakken uit de lucht. Van het ene op het andere moment staat de jongen er enkeldiep in. Boven op de berg snijdt de noorderwind. Het dal lijkt erg ver weg. Tot overmaat van ramp doet Houdini nog eens wat ze het liefste doet: ervandoor gaan.
Deze nieuwe versie van L'Histoire du Soldat van Charles-Ferdinand Ramuz en Igor Stravinsky heeft Bart Moeyaert geschreven op verzoek van violiste Janine Jansen. Ze zouden de voorstelling in december 2011 één keer en daarna nooit meer samen brengen, en dat maakt Iemands lief bijzonder. Gelukkig is er wel een opname van de uitvoering gemaakt. AVRO Klassiek zond het concert live uit.
Het hele leven, waarin de trilogie De schepping, Het paradijs en De hemel voor het eerst is samengebracht, is geïllustreerd door Peter Van den Ende, die in 2019 debuteerde met de graphic novel Zwerveling. De drie verhalen hebben door Van den Endes stijl een geheel eigen adem gevonden.
Alles is vluchtig, alles vervliegt. De tijd valt niet te vatten, en toch probeert Bart Moeyaert hem in Helium in taal te vangen. Omdat afscheid nemen ook opnieuw beginnen is — opnieuw beginnen tegen wil en dank soms, maar evengoed: opnieuw beginnen.
De kwaal van haar broertje? De scheiding van haar ouders? Dat nieuwe lief van papa? Het hypergedrag van haar moeder?
Bianca denkt er het hare van.
Een emotioneel geladen, messcherp portret van een twaalfjarige.
Op 29 september 2018 is We waren klaar verschenen, een lijvige hardcover waarin acht theaterteksten van Bart Moeyaert zijn gebundeld, met tekeningen van Isabelle Vandenabeele.
Al ongeveer zijn hele leven zoekt Moeyaert naar het antwoord op de vraag hoe je het beste communiceert. Schieten woorden niet altijd te kort, of is er toch een vorm die iedereen begrijpt? In Voor we met z’n allen uit elkaar vallen heeft hij het over de macht en de troost van het selectieve woord.
Met de drie oratoria van Haydn (Die Schöpfung, Die Jahreszeiten en Die Sieben letzten Worte) als uitgangspunt creëerde Bart Moeyaert samen met het Nederlands Blazers Ensemble een trilogie: er was eerst De Schepping (2004), daarna kwam Het Paradijs (2010), en met De Hemel werd de cyclus afgerond.
Illustrator Gerda Dendooven en Bart Moeyaert publiceerden in 2001 in De Standaard Magazine tweewekelijks een verhaal over de gans en zijn broer. Toen ze de serie afsloten, wisten ze allebei dat ze ooit nog iets met die twee zouden doen. Ze lieten er tijd overheen gaan. In 2014 waren ze er klaar voor: Moeyaert herschreef de verhalen, herschikte ze, zodat je als lezer een jaar op de boerderij kon verblijven. Gerda Dendooven maakte geheel nieuwe illustraties.
Moeyaert en Delbeke creëerden de EP Rood rood, waarop de liefde telkens vanuit een ander standpunt wordt bezongen. Met het gelijknamige theaterprogramma traden ze in de afgelopen jaren al vaker op. Rood rood is een muzikale en poëtische ode aan de liefde.
In de oudste verhalen over Sinterklaas is het meestal bitterkoud en er is bijna niks te eten. Er is sprake van meisjes die met goudstukken een toekomst krijgen, van een slager die bloeddorstig is en van jongens die uit een ton met pekel worden gered. In Wie klopt daar? heeft Bart Moeyaert de belangrijkste elementen uit de verhalen over Nicolaas van Myra samengebracht.
Bart Moeyaert heeft naar aanleiding van zijn dertigste schrijversverjaardag Jij en ik en alle andere kinderen samengesteld, een boek dat een overzicht biedt van zijn (on)gepubliceerd werk voor kinderen — fictie en poëzie. Hij vroeg aan zes illustratoren die tijdens zijn loopbaan een belangrijke plek innamen om de verhalen, boeken en gedichten te illustreren.
Aan de basis van Het Paradijs ligt het Nederlands Blazers Ensemble. Bart Moeyaert ging in op hun verzoek om het scheppingsverhaal te bewerken en als verteller op te treden bij de uitvoering van Die Schöpfung van Joseph Haydn. Het idee groeide voor een tweede en derde deel. De voorstellingen en de boeken vormen een trilogie over het volle leven: (1) het ontstaan/de geboorte in De Schepping, (2) het leven zelf in Het Paradijs, en (3) de dood in De Hemel.
Herman Eichler heeft de apotheek overgenomen van zijn vader, die de zaak weer heeft overgenomen van diens vader. Herman leeft sinds het overlijden van zijn ouders alleen en leeft elke dag volgens een vast stramien. Een ongeval voor zijn deur is de aanzet tot een slapeloze nacht, waarin de man uit zijn cocon breekt en een aantal feiten onder ogen ziet.
In Missen is moeilijk zijn drie verhalen over afscheid samengebracht. In Voor altijd, altijd maakt Nanne kennis met een moeder die treurt om haar verdronken kind. In Echt weg is niet zo ver is Roos’ vader opeens verdwenen. Roos weet niet of ze dat zo erg vindt, want ze is ook wel bang geweest voor hem. En in Die steeg van ons mist Marte Arjan heel erg, haar buurjongen die leven in de stille steeg bracht. Terwijl ze eerst dacht dat ze de pest aan hem had, omdat hij beter kon zingen dan zij kon dansen.
In Gedichten voor gelukkige mensen verruimt Bart Moeyaert zijn wereld. Hij gaat in zijn poëzie verder dan de vragen die hij stelde in zijn eerste bundel,Verzamel de liefde. Ook de gedichten die hij als Stadsdichter van Antwerpen schreef zijn in de bundel opgenomen. Gedichten voor gelukkige mensen wordt genomineerd voor de J.C. Bloem Poëzieprijs 2009.
In Durf voor drie zijn drie verhalen over moed samengebracht. In De brief die Rosie vond moet Rosie haar nieuwsgierigheid bedwingen, in Een kuil om in te wonen besluit Tom voor het eerst voor zichzelf op te komen, en in Het beest heet Mona moet pestkop Mona de Bok worden aangepakt (maar hoe?).
Op een dag treft een kat in een bos een hond aan. Hij ligt vastgebonden aan een boom en wacht op zijn baas. De kat snapt niet hoe de hond zo lijdzaam kan liggen wachten op iemand die waarschijnlijk niet terugkomt. Elke nieuwe dag wordt ze als het ware terug naar de hond toe getrokken. Ze praat met de uil en de vos en andere dieren over de hond en zijn baas, maar eigenlijk heeft ze het over macht, onmacht en zichzelf.
De jonge Olek is niet zomaar een berenjager. Waar het nodig is, steekt hij de handen uit de mouwen, en hij doet als altijd: wat hij kan. Hij knoopt de losse veters van een jongetje, dicht het gat in een emmer, helpt een konijn uit een strop, redt een vleugellamme vogel. Voor hij er erg in heeft, komt hij in een betoverde tuin terecht, waar twaalf meisjes worden vastgehouden door de duivel in eigen persoon.
Het verhaal van Bing en Dani speelt zich af in het dorp waar de vader van Bart Moeyaert is opgegroeid, in de schaduw van het kasteel waar zijn moeder dienstmeisje was, net voor de Tweede Wereldoorlog uitbrak. Verdere verbanden met zijn ouders zijn er niet — behalve de echo van verhalen uit hun jeugd.
Als Drie zusters van Anton Tsjechov een verhaal is over drie naar liefde en toekomst smachtende zussen, is de bewerking die Bart Moeyaert maakte op basis van het oorspronkelijke stuk en de improvisaties van Inne Goris en de drie actrices, een doorgezette versie: de zussen zitten nog méér dan bij Tsjechov vast.
Bart Moeyaert wachtte heel lang met het publiceren van zijn poëzie. Pas na zijn passage op Poetry International 2003 in Rotterdam, waarvoor hij een gelegenheidsbundel met een tiental gedichten had samengesteld, kwam hij met de eerste editie van Verzamel de liefde.
Mijn hart is een pinguïn vindt zijn oorsprong in de oosterse filosofie. Het boek laat zich onmogelijk samenvatten. Het verhaal eindigt en begint waar de pinguïn de sprong waagt in zee — een zee van gevaren en beloften, en doet je nadenken over geboren worden, groeien, goed en kwaad, vergeten en herinneren.
Koning Lear heeft er genoeg van. Hij vindt het de hoogste tijd voor een rustige oude dag. Zijn kroon houdt hij op, maar zijn rijk zal hij verdelen onder zijn dochters. Langs zijn neus weg vraagt hij hoeveel zijn ‘teerbeminden’ van hem houden. Hun antwoord is zoet, zoeter, ongezoet, en nog diezelfde dag moet Lear aan de lijve ondervinden hoe snel een hart wordt vertrappeld.
Voor Bremen is niet ver sloegen illustratrice Gerda Dendooven, actrice Ianka Fleerackers, kleinkunstenaar Geert Hautekiet en schrijver Bart Moeyaert de handen in elkaar. Ze maakten samen een erg vrij vervolg op het bekende sprookje van de gebroeders Grimm, De Bremer Stadsmuzikanten.
Een steenrijke koning breekt zich het hoofd over de herkomst van de wonderlijke boom in het midden van zijn tuin. Hij heeft veel geld over voor een beetje informatie. Zodra hij hoort dat er met de boom goud te rapen valt, stuurt hij er zijn drie zonen op af. Zoals het in een sprookje hoort, slaagt de derde zoon in zijn opzet. Maar dan begint het pas.
Ondines moeder heeft haar man het huis uit gezet, en dat had ze volgens Ondine nooit mogen doen. Er is geen man die zo goed kan hinkelen als hij. Er is geen andere vader op de hele wereld die zo goed is in diefje met verlos of zulke lange roversliedjes kent. Maar is die afwezige vader wel zo goed als Ondine hem graag voorstelt?
Voor de cd Enkelvoud van Jo Lemaire vertaalde en bewerkte Bart Moeyaert vier oorspronkelijke nummers van Jo Lemaire: Mist hij mij, Enkelvoud, Babylon en Wie laat haar gaan (samen met Fay Lovsky).
Het idee voor Wespennest ontstond toen Bart Moeyaert in het Italiaanse Lemeglio verbleef. In het dorp was een ruzie aan de gang over een hondenkennel die vlak bij zee in een smal dal lag en voor overlast zorgde. Het verhaal nam hij mee naar Brussel, waar hij toen nog woonde, en hij verplaatste de hele setting naar het heuvelachtige landschap vlak bij Brussel. Wespennest is de geheel herwerkte versie van het boek Suzanne Dantine uit 1989.
Als de tijd te snel voor je gaat, kun je maar beter niet proberen die in te halen. De oude Fedde en zijn nog oudere broere Anton hebben zich bij die gedachte neergelegd. Maar toch: vandaag onderneemt de tijd nog een laatste poging. De oude Stina en haar zus Elsbeth herkennen in Fedde een grote liefde van vroeger. Vooral het hart van Stina gaat weer sneller slaan.
In Mansoor, of hoe we Stina bijna doodkregen vinden Nisse en het naamloze ik-personage elkaar. Ze zijn neef en nichtje, en ze kunnen het erg goed met elkaar vinden. Allebei hebben ze een hekel aan hun nichtje Stina, die niet alleen graag zwijgt, maar ook vegetarisch eet. Het uitdagende spelletje dat ze met z’n tweeën met Stina spelen, eerst lacherig nog, verglijdt in een machtsspel — waar de lach veraf is.
Voor de serie monologen Oog in oog schreef Bart Moeyaert Maria zorgt voor u, over Marie (Sandrine André) die op vrijdagavond in de slaapzaal van een internaat is achtergelaten. Ze staat op de rand van een bed, is met haar handen vastgebonden aan de neonlamp boven haar hoofd, en doet verslag wat haar afgelopen week is overkomen.
In de Nederlandse krant De Telegraaf stond in 1993 een artikel over een vrouw die in Londen een hut had gebouwd in haar tuin (met een abrikozenboom ernaast). Die hut moest ze afbreken, maar dat bleek geen sinecure: de materie was zo sterk als beton. De hut kón niet weg, dus zat er voor de buren niets anders op: ze moesten aan de hut wennen.
Het krantenknipsel werd de basis voor het verhaal.
Terug naar af is het relaas van vijf dagen uit een belangrijke zomer van Matthias Brandt. De vijtienjarige Matthias Brandt zakt voor zijn examen wiskunde en moet zijn schooljaar overzitten. Het kost hem tijd en moeite om zijn leven weer op orde te krijgen en balans te vinden.
Het debuut van Bart Moeyaert, Duet met valse noten, is ontstaan uit het dagboek dat hij op zijn veertiende bijhield. In dat dagboek begon hij na een tijdje gebeurtenissen te verzinnen die nooit hadden plaatsgevonden. In zijn klas op het jongenscollege waar hij schoolliep, bijvoorbeeld, kwam een nieuw meisje te zitten. Ze heette Judith en werd zijn (denkbeeldige) vriendin.