In Rover, dronkeman volg je Ondine, een jong meisje dat naar verandering hunkert. Vijf bedrijven, vijf dagen uit Ondines leven. Elke dag gaat ze de deur uit, ‘om daarna terug te komen, en te zien of er niks veranderd is.’ (‘Want zelfs stenen veranderen’.) Haar moeder heeft haar vader het huis uit gezet, en dat had ze nooit mogen doen, zegt ze in de proloog. Er is geen man die zo goed kan hinkelen als haar vader. Er is geen andere vader op de hele wereld die zo goed is in diefje met verlos of zulke lange roversliedjes kent. Maar is die afwezige vader wel zo warmhartig als Ondine hem graag voorstelt?
De tekst van dit stuk is in 2018 opgenomen in We waren klaar, al mijn toneelwerk in één band, verschenen bij Bebuquin.